+De vrouwenopstand in de Rosenstraße.

120px-Rosenstrasse_Berlin

 

Overal in het Derde Rijk vonden er razzia’s plaats en ook Berlijn, de stad die een lange tijd de dans was ontsprongen, ontkwam er niet meer aan. Op 27 Februari 1943 werden door heel Duitsland razzia’s gehouden in fabrieken, de zogeheten Fabrik-Action. Deze keer ging het niet alleen om Joden, maar ook om Joden die met een Duitse partner getrouwd waren, om Mischlinge – halfjoden, en om Deutschblutige- Duitsers met één of twee joodse grootouders. Sommigen waren al getipt over de op handen zijnde actie en konden onderduiken. Anderen benamen zichzelf het leven, omdat ze voor zichzelf geen andere keus zagen, want ze wilden niet gedeporteerd worden. Ongeveer 12.000 Joden werden echter toch opgepakt en naar de vernietigingskampen gestuurd.

In Berlijn werden op die dag circa 2000- 2500 Mischlinge en Joden, die getrouwd waren met een Duitse vrouw, opgepakt. Ze werden bijeengedreven in een pand van de joodse gemeente aan de Rosenstraße 2-4, waar voorheen het joodse welzijnswerk was gevestigd en met velen in kleine kamers gehuisvest. Enkele vrouwen, die wilden weten wat er met hun man gebeurd was, gingen hiervoor naar het pand, maar hen werd de toegang geweigerd en ook werden hun mannen niet vrijgelaten. De vrouwen weigerden echter om weg te gaan, bovendien sloten steeds meer vrouwen zich bij hen aan, echtgenotes, moeders, verloofden en andere familie en kennissen, onder luid geroep:” Geef ons onze mannen terug!” Het protest ging dag en nacht door en zelfs de dreiging dat er door soldaten geschoten zou worden, joeg de vrouwen niet weg. De Nazi’s in Berlijn waren verre van gelukkig door deze vorm van protest op de openbare straat, waaraan geen einde leek te komen. Zeker nu ook verschillende Wehrmachtssoldaten zich gingen scharen achter de vrouwen. Voor de Minister van Propaganda Joseph Goebbels zat er niets anders op dat overleg te gaan plegen met Hitler om tot een gepaste oplossing te komen. Er werd besloten om de deportatie tot nader order uit te stellen, want het verwijderen van de joden moest zonder twijfel plaats gaan vinden. Goebbels beschreef de situatie als volgt in zijn dagboek:

“Juist op dit ogenblik vindt de SD het gunstig om met de Jodenevacuatie door te gaan. Er hebben zich echter enkele onaangename taferelen afgespeeld voor een Joods bejaardentehuis, waar de bevolking zich in grote getale verzameld had en voor een deel zelfs voor de Joden partij kozen. Ik geef de SD de opdracht om de Jodenevacuatie juist in zo een kritieke tijd niet voort te zetten. We kunnen dat beter nog enige weken uitstellen; dan kunnen we het des te grondiger doorvoeren.” 1

Goebbels doelde op een tweede opstand, die gaande was voor het voormalig joods bejaardentehuis in de Großen Hamburger Straße 26, in de buurt van de Rosenstraße. Daar hadden zich eveneens mensen verzameld, zij het een kleiner aantal. De evacuatie werd niet alleen uitgesteld, maar werden vanaf 6 maart en gedurende de twee opvolgende dagen, alle mannen vrijgelaten. Inmiddels waren er al 25 mannen op transport gesteld richting Auschwitz, doch er werd van hogerhand bevolen om ook deze mannen terug te laten komen. Dit betekende niet dat de mannen zonder meer vrij waren. Tot aan het eind van de oorlog moesten ze dwangarbeid verrichten. Meer dan een jaar later werd alsnog getracht alle “arisch-versippten” zoals de Nazi´s de arisch- verwante joden noemden, op te pakken en te deporteren naar Theresienstadt.

De reden voor die arrestaties was niet alleen, omdat Berlijn vrijgemaakt moest worden van Mischlingen, maar ook was het zo dat door het deporteren van joden werkplaatsen vrij waren gekomen, onder meer in het joodse ziekenhuis. Dit werk moest voortaan verricht worden door de Mischlingen, die gevangen hadden gezeten in de Rosenstraße.

In 1995 had de beeldhouwster Ingeborg Hunzinger van de DDR de opdracht gekregen om een beeldhouwwerk te maken ter nagedachtenis aan deze opstand. Op 18 oktober 1995 werd het beeld, gemaakt van rozerood vulkanisch gesteente onthuld. Eén van de teksten, die erin gebeiteld is, luidt:

“ Die Kraft des zivilen Ungehorsams und die Kraft der Liebe bezwingen die Gewalt der Diktatur.”

 800px-Rosenstrasse

Monument voor de vrouwen…

Nabeschouwing.

De vraag is of je dit als verzet kunt beschouwen. Het is een feit dat deze vrouwen niet direct in opstand kwamen tegen het regime, maar simpelweg hun mannen terug wilden hebben. Ze pleegden dus eigenlijk indirect verzet. Feit is echter ook dat sinds 1933 een demonstratie-verbod van kracht was. De vrouwen wisten daarom heel goed wat het risico was, wanneer ze met dit protest doorgingen. Ze konden verwachten dood geschoten te worden. Het niet buigen voor een dergelijke dreiging valt daarom zeker te beschouwen als een vorm van verzet.

Bronnen:

www.rosenstrasse-protest.de/

Archief Verzetsmuseum Amsterdam–Trouw-Artikel  Februari 2003.
Jocheim, Gernot- artikel “Gebt uns unsere Männer wieder!” 2005.

 

1.Oorspronkelijke Duitse tekst uit Goebbels dagboek: “Gerade in diesem Augenblick hält es der SD für günstig, in der Judenevakuierung fortzufahren. Es haben sich da leider etwas unliebsame Szenen vor einem jüdischen Altersheim abgespielt, wo die Bevölkerung sich in größerer Menge ansammelte und zum Teil sogar für die Juden etwas Partei ergriff. Ich gebe dem SD den Auftrag, die Judenevakuierung nicht ausgerechnet in einer so kritischen Zeit fortzusetzen. Wir wollen uns das lieber noch einige Wochen aufsparen; dann können wir es um so gründlicher durchführen.”